Prooy Accountancy

16.1.2025 Fiets en auto van de zaak

Uw werknemer heeft een auto van de zaak. Maar zo af en toe kan het handig en aantrekkelijk zijn om voor het woon-werkverkeer even de fiets te pakken. Hoe pakt u dat als werkgever aan?

Als uw werknemer een auto van de zaak heeft, kan het soms toch handig en aantrekkelijk zijn om voor het woon-werkverkeer even de fiets te pakken, bijv. als het mooi weer is en hij deze dag geen verre zakenreis hoeft af te leggen. Ook uit hoofde van gezondheid kan zo’n fietstochtje aan te raden zijn.

Fiets van de zaak

Auto en fiets? Ook al heeft uw werknemer de beschikking over een auto van de zaak, dan kunt u hem desondanks toch ook belonen met een, al dan niet elektrische, fiets van de zaak of speedpedelec. Ook de populaire fatbike is nog steeds een fiets die dus ook voor deze regeling in aanmerking komt. Zelfs de mountainbike, racefiets en (elektrische) bakfiets komen hiervoor in aanmerking.

Privégebruik. De bij de auto van de zaak bekende 500-kilometergrens is niet van belang voor de fiets van de zaak. U weet, bij de auto van de zaak moet er een bijtelling op het loon van de werknemer plaatsvinden als de werknemer op jaarbasis 500 kilometer of meer privé gebruikmaakt van de auto.

Bijtelling van 7%

Voor de fiets geldt in alle gevallen heel eenvoudig een bijtelling van 7% over de consumentenadviesprijs, inclusief eventuele accessoires en inclusief btw. Daarover wordt loonbelasting en premie volksverzekeringen ingehouden. Als werkgever betaalt u de premies werknemersverzekeringen en de werkgeversheffing Zvw over het 7%-loonbestanddeel.

Gebruik niet van belang. Het doet er dan in het geheel niet toe of de werknemer al dan niet vaak gebruikmaakt van de fiets voor woon-werkverkeer of voor andere zakelijke ritten. Ook bij enkel privégebruik geldt de 7% bijtelling omdat de Belastingdienst er nu eenmaal van uitgaat dat de fiets door de werkgever voor het woon-werkverkeer ter beschikking wordt gesteld.

Administratief handig. Als werkgever hoeft u dus ook niet bij te houden of uw werknemer, en zo ja, hoe vaak hij gebruikmaakt van de fiets voor bijv. het woon-werkverkeer.

Aandachtspunten

Bijkomende fietskosten. Als werkgever kunt u met uw werknemer afspreken dat ook alle onderhoudskosten van de fiets voor uw rekening komen. Ook dat is weer ongeacht het aantal verreden zakelijke fietskilometers. Deze kosten zijn voor uw winstbelasting geheel aftrekbaar.

Oplaadkosten elektrische fiets. Laadt uw werknemer de fiets op zijn thuisadres of elders voor eigen rekening op, dan kunt u deze kosten belastingvrij aan hem vergoeden. Voor de werkkostenregeling gelden deze kosten als intermediaire kosten.

Eigen bijdrage. U kunt ook overeenkomen dat uw werknemer een bepaald bedrag als eigen bijdrage aan u voldoet. Dit bedrag komt dan in mindering op de 7% bijtelling en wordt gewoon verwerkt in de reguliere salarisbetaling.

Vrije ruimte werkkostenregeling. Als werkgever kunt u ten slotte ook bepalen om alle kosten van de fiets, inclusief de 7% bijtelling, voor uw rekening te nemen. Deze 7% bijtelling valt dan in de werkkostenregeling en als uw vrije ruimte nog niet (geheel) is benut, vindt er geen belastingheffing bij de werknemer plaats.

Ook voor dga. Ook de dga kan gebruikmaken van deze regeling.

Een fiets van de zaak is ook mogelijk als de werknemer al de beschikking heeft over een auto van de zaak. Hoeveel zakelijke kilometers er met de fiets worden gereden, is niet relevant. De bijtelling bedraagt 7% van de cataloguswaarde en kan onder voorwaarden in de vrije ruimte van de werkkostenregeling vallen. Dit geldt ook voor de dga.

Mobiele versie afsluiten