Op Prinsjesdag 2023 is het belastingpakket voor 2024 bekendgemaakt. Veel voorstellen zijn al eerder aangekondigd. We zetten de belangrijkste voorstellen uit het Belastingplan 2024 en de aanvullende wetsvoorstellen voor het MKB voor u op een rij.

ONDERNEMINGEN

Investeringsfaciliteiten. De Energie-investeringsaftrek (EIA), de Milieu-investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving voor milieu-investeringen (Vamil) worden verlengd tot en met 31 december 2028. Het percentage van de EIA wordt per 1 januari 2024 echter wel verlaagd van 45,5 naar 40%. Door energiebesparende maatregelen nog in 2023 uit te voeren, kunt u nog profiteren van het hoge aftrekpercentage.

Verlaging MKB-winstvrijstelling. De MKB-winstvrijstelling wordt per 1 januari 2024 verlaagd van 14 naar 12,7%. De MKB-winstvrijstelling verlaagt de belastbare winst.
Maak nog optimaal gebruik van het huidige tarief van 14% door winsten naar voren te halen en eventuele voorzieningen in 2023 vrij te laten vallen.

Geen giftenaftrek meer voor de BV. Ook BV’s kunnen onder voorwaarden giften aan goededoelenorganisaties als aftrekpost opvoeren. Per 1 januari 2024 vervalt deze giftenaftrek in de vennootschapsbelasting.

Ruimere herinvesteringsreserve bij overheidsingrijpen. Door gebruik te maken van de herinvesteringsreserve (HIR) kan de belastingheffing over een boekwinst onder voorwaarden worden uitgesteld. Na 2024 worden de voorwaarden verruimd. Daardoor kan een ondernemer in de inkomstenbelasting na een door de overheid gedwongen gedeeltelijke staking van de ene onderneming ook een HIR vormen in een andere, al bestaande onderneming.

BEDRIJFSOPVOLGINGSFACILITEITEN

Bedrijfsopvolgings- en doorschuifregeling. Het kabinet heeft eerder al aangekondigd dat de bedrijfsopvolgingsregeling in de schenk- en erfbelasting (BOR) en de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting aangepast moeten worden.

Wijzigingen. In het Belastingplan 2024 zijn de volgende wijzigingen opgenomen:

  • de vrijstelling in de BOR wordt vanaf 2025 100% van de goingconcernwaarde van de onderneming tot € 1,5 miljoen (nu € 1,2 miljoen) en 70% (nu 83%) over het meerdere;
  • de bezits- en voortzettingseis worden versoepeld, denk hierbij bijv. aan het herstructureren van de onderneming. Dit zal nader worden uitgewerkt in het Belastingplan 2025;
  • aanpak oneigenlijk gebruik BOR, denk hierbij bijv. aan het omzetten van niet-ondernemingsvermogen in ondernemingsvermogen met als enige doel het voordelig kunnen overdragen van dit vermogen. Ook dit zal nader worden uitgewerkt in het Belastingplan 2025;
  • voor de BOR wordt de doelmatigheidsmarge van 5% per 1 januari 2025 afgeschaft. Hierdoor wordt een deel van het beleggingsvermogen niet meer aangemerkt als ondernemingsvermogen;
  • bedrijfsmiddelen die ook buiten de onderneming worden gebruikt (keuzevermogen), kwalificeren slechts voor de BOR en de doorschuifregeling voor zover deze daadwerkelijk in de onderneming worden gebruikt. De beoogde ingangsdatum van deze wijziging is 1 januari 2025;
  • toegang tot de BOR en de doorschuifregeling wordt beperkt tot reguliere aandelen met een minimaal belang van 5%. Preferente aandelen die in het kader van een gefaseerde bedrijfsopvolging zijn uitgegeven, kwalificeren nog wel. Deze maatregel wordt verder uitgewerkt in het Belastingplan 2025;
  • vanaf 2024 wordt aan derden verhuurd onroerend goed standaard aangemerkt als beleggingsvermogen;
  • de doorschuifregeling in de inkomstenbelasting voor aandelen in een BV kan op dit moment alleen worden toegepast als de bedrijfsopvolger al minimaal 36 maanden in dienst is van de BV waarvan de aandelen worden geschonken. Voorgesteld is om deze dienstbetrekkingseis met ingang van 2025 te laten vervallen.

WERKGEVER

Vrije ruimte in de werkkostenregeling. In 2023 bedraagt de vrije ruimte voor de werkkostenregeling 3% van de fiscale loonsom tot € 400.000. Over het deel van de fiscale loonsom dat hoger is dan € 400.000, bedraagt de vrije ruimte 1,18%. Per 1 januari 2024 wordt het percentage van de vrije ruimte verlaagd van 3 naar 1,92% over een fiscale loonsom tot € 400.000.

Verhoging onbelaste reiskostenvergoeding. De maximale onbelaste reiskostenvergoeding wordt per 1 januari 2024 verhoogd naar van € 0,21 naar € 0,23 per zakelijke kilometer (inclusief woon-werkverkeer).

PRIVÉ

Verhoging tarief box 3 naar 34%. Voorgesteld wordt om het tarief in box 3 te verhogen van 32 naar 34%. In 2025 zal het tarief in box 3 dan ongewijzigd blijven. Daarnaast stelt het kabinet voor om het heffingsvrije vermogen in box 3 niet te indexeren per 1 januari 2024, waardoor ook in 2024 een heffingsvrij vermogen van € 57.000 per persoon (€ 114.000 voor fiscale partners) geldt. Een nieuw box 3-stelsel is uitgesteld tot 2027.