De Hoge Raad heeft een belangrijke uitspraak gedaan over de box 3-heffing. Daaruit werd namelijk duidelijk dat de huidige box 3-heffing niet houdbaar is. Dit heeft gevolgen voor belastingplichtigen die in het verleden hiertegen bezwaar hebben aangetekend. Maar ook voor de toekomst is dit van belang.
De Belastingdienst zal voorlopig geen aanslagen opleggen waarin de afgekeurde box 3-heffing is opgenomen. Dit betekent dat u bijv. over het jaar 2020 nog geen definitieve aanslag hoeft te verwachten als u in dat jaar box 3-heffing verschuldigd was. De Belastingdienst pauzeert deze aanslagen tot het moment dat het kabinet het eens is over de aanpassing van box 3. Daarbij moet ook duidelijk worden of belastingplichtigen die in het verleden geen bezwaar hebben gemaakt, gecompenseerd gaan worden. Heeft u al wel een voorlopige aanslag ontvangen waarin box 3-heffing is opgenomen, dan doet u er goed aan daartegen toch bezwaar aan te tekenen en om uitstel van betaling van deze heffing te verzoeken.
De aanslagenstop geldt niet als er sprake is van verjaringsrisico. Daarvan is sprake als de verjaringstermijn dreigt te verstrijken, waardoor er geen (navorderings)aanslag meer kan worden opgelegd. Dit geldt onder andere voor de aanslagen 2017 en 2018. Ook zullen er gewoon aanslagen worden opgelegd indien de belastingplichtige belang heeft bij de doorgang van het proces. Dit geldt bij voorlopige aanslagen, verliesverrekening en middelingsverzoeken. Zo zijn de voorlopige aanslagen over het belastingjaar 2022 op reguliere wijze opgelegd.
Vanaf 1 maart 2022 wordt u weer uitgenodigd digitaal aangifte inkomstenbelasting te doen over 2021. Naar verwachting zal daarin op de ‘oude’ wijze naar uw box 3-vermogen worden gevraagd. U bent dan wel verplicht om dat correct in te vullen. Bij de uiteindelijke aanslagoplegging zal een en ander worden gecorrigeerd.