In 2024 geldt er een tarief van 24,5% voor dividenduitkeringen tot € 67.000 (voor fiscaal partners tot € 134.000). Daarboven bent u 33% inkomstenbelasting verschuldigd. Dit gaat veranderen. In het Belastingplan 2025 heeft het kabinet aangekondigd dat men het hoogste tarief per 2025 gaat verlagen van 33 naar 31%. Het is dus aantrekkelijk om dividend niet in 2024 maar in 2025 uit te keren. Of toch niet?

In welk jaar u het minste belasting betaalt over een dividenduitkering, is sterk afhankelijk van uw situatie. Allereerst is er natuurlijk het tarief in box 2. Bij grote dividenduitkeringen (boven € 67.000 dan wel € 134.000) kunt u profiteren van de tariefsverlaging van 33 naar 31%. Maar als u regelmatig dividend uitkeert, is het raadzaam om de mogelijkheid tot het uitkeren van een kleiner dividend tegen 24,5% in 2024 niet verloren te laten gaan.

Voor het doen van een dividenduitkering moet uw BV over voldoende vrij uitkeerbare reserves beschikken. U moet dit voorafgaand aan een dividenduitkering vaststellen. Zo voorkomt u dat u achteraf aansprakelijk kunt worden gesteld voor een eventueel tekort.

Met ingang van 2025 gaat inkomen in box 2, waaronder een dividenduitkering, meetellen voor de afbouw van de algemene heffingskorting (AHK). Dit betekent dat deze heffingskorting met 6,337% daalt naarmate het inkomen stijgt. Wellicht heeft u al een dermate hoog inkomen waardoor u geen aanspraak kunt maken op de AHK. Maar als dit niet het geval is, moet u er rekening mee houden dat een dividenduitkering in 2025 dus 6,337% duurder wordt.

Een (kleinere) uitkering in 2024 ligt dan wellicht meer voor de hand. Maar ook daarbij zijn kanttekeningen te maken. Zo wordt deze uitkering onderdeel van uw privévermogen per 1 januari 2025 en dus onderdeel van de box 3-heffing in 2025. Of dit nadeel oplevert en hoe groot dit nadeel is, is afhankelijk van de omvang van uw overige privévermogen en de wijze waarop de uitkering rendeert (spaargeld, belegging, vastgoed).