Werkgevers kunnen bij het UWV een subsidie aanvragen. Voorwaarde is dat zij te maken hebben met ten minste 20% acuut verwacht omzetverlies over een aaneengesloten periode van drie kalendermaanden. De Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) voorziet in die subsidie, gerelateerd aan het omzetverlies. De subsidie bestaat uit een tegemoetkoming in de loonkosten ter hoogte van maximaal 90% van de loonsom. Werkgevers betalen het loon aan betrokken werknemers 100% door. Werkgevers hoeven daarbij niet aan te tonen waardoor de omzetdaling is veroorzaakt. Dat kan overigens ook een andere bijzondere omstandigheid zijn dan de uitbraak van het coronavirus. Zo valt bijvoorbeeld een omzetdaling door brand in het bedrijf ook onder de NOW.
Geen ontslag
Uitgangspunt is dat door de NOW zoveel mogelijk werkgelegenheidsverlies wordt voorkomen. Van de werkgever wordt dan ook verwacht dat hij in de periode van 18 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 bij het UWV geen verzoek doet om toestemming te verkrijgen voor opzegging van een arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische redenen.
Deze voorwaarde geldt niet voor ontslagaanvragen die bij het UWV zijn ingediend in de periode van 1 maart 2020 tot en met 17 maart 2020.
Doet de werkgever toch een dergelijke ontslagaanvraag, dan heeft hij vijf dagen de tijd om deze weer in trekken om een extra vermindering van de hoogte van de NOW-subsidie te voorkomen. Een vermindering van de loonsom leidt namelijk altijd tot een vermindering van het NOW-subsidiebedrag.
Loonkosten van werknemers
De subsidie is een tegemoetkoming voor de loonkosten van de werknemers die in dienst zijn bij een werkgever en die verplicht verzekerd zijn voor de werknemersverzekeringen. Werkenden met een zogenoemde fictieve dienstbetrekking vallen ook onder de NOW.
Ook NOW: flexwerker, nulurencontract, uitzendkracht, payroll
De NOW geldt ook voor werkgevers die werknemers in dienst hebben met een flexibel contract. Indien zij in dienst blijven en loon ontvangen van de werkgever gedurende de periode waarover de subsidie wordt verstrekt kunnen werkgevers NOW-subsidie ontvangen. De NOW is uitdrukkelijk ook (!) van toepassing op de loonkosten voor werknemers waarvoor de werkgever geen loondoorbetalingsplicht heeft, zoals werknemer met een nulurencontract. Voor payroll- en uitzendwerkgevers gelden dezelfde voorwaarden als voor reguliere werkgevers. Ook zij kunnen via de NOW een tegemoetkoming aanvragen en worden gecompenseerd voor de loonkosten van werknemers die zij in dienst houden.
Geen NOW: directeur/grootaandeelhouder (dga)
De niet-verzekerde directeur-grootaandeelhouders (dga) valt niet onder de NOW. Ook niet als de dga vrijwillig verzekerde is.
Hoogte NOW-subsidie
De subsidie bedraagt maximaal 90% van de loonsom over de driemaandsperiode 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020. In formulevorm:
NOW = omzetdaling % x loonsom per maand x 3 x 130% x 90%
Loonsom
Onder loonsom wordt verstaan het totale loon sociale verzekering uit tegenwoordige dienstbetrekking. Als loon wordt maximaal twee keer het maximum dagloon per maand per individuele werknemer in aanmerking genomen. Loon boven € 9538 per maand komt derhalve niet voor subsidie in aanmerking.
Het UWV baseert de gegevens over de loonsom op de ingediende loonaangiften, waarbij als uitgangspunt de maand januari 2020 wordt genomen. Zijn er nog geen aangiftegegevens over januari 2020 beschikbaar, dan neemt het UWV de loonaangifte over november 2019. Voor werkgevers met een aangiftetijdvak van vier weken wordt de aangifte verhoogd met 8,33% (13/12). Voor andere loontijdvakken geldt een herleiding naar een maandbedrag. Als geen gegevens bekend zijn over zowel januari 2020 als november 2019 bestaat geen recht op de subsidie. Correcties op de ingediende loonaangiften na 15 maart 2020 neemt het UWV niet mee.
Het bepaalde bedrag van de loonsom per maand wordt vermenigvuldigd met drie en geeft dan de loonsom over de driemaandsperiode.
Opslag werkgeverslasten
Ook aanvullende lasten en kosten zoals werkgeverspremies en werknemersbijdragen aan pensioen en de opbouw van vakantiebijslag worden gecompenseerd. Dit gebeurt via een forfaitaire opslag voor werkgeverslasten van 30% over de driemaandsperiode.
Naar rato omzetdaling
De subsidie wordt gerelateerd aan het percentage van de omzetdaling. Het percentage van 90% van de totale loonsom is een maximumpercentage dat zal worden uitbetaald bij een omzetdaling van 100%. Is de omzetdaling lager, dan zal de subsidie evenredig lager worden vastgesteld (100% omzetdaling is 90% subsidie; 50% omzetdaling is 45% subsidie).
Meetperiode omzetdaling
De omzetdaling van minimaal 20% moet zich voordoen over een driemaandsperiode waarvan de startdatum valt op 1 maart, 1 april of 1 mei 2020. De omzet in deze meetperiode wordt vergeleken met de omzet van januari tot en met december 2019, gedeeld door vier (afronden op een heel percentage naar boven). Als een werkgever op 1 januari 2019 nog niet bestond, moet de omzet vanaf de startdatum tot 1 maart 2020 worden omgerekend naar een kwartaalbedrag.
Met een meetperiode van drie maanden voor de omzetdaling wordt voorkomen dat een vrij beperkte en kortdurende daling van de omzet al in aanmerking komt voor een NOW-subsidie. Het kan desondanks voorkomen dat de gebruikte tijdvakken voor 2019 niet representatief zijn, bijvoorbeeld door groei van de onderneming of seizoenspatronen, maar gelet op de uitvoerbaarheid van de regeling is een correctie daarvoor niet mogelijk.
Omzetdaling per concern
Voor werkgevers die bestaan uit één rechtspersoon of natuurlijk persoon gaat het om de omzetdaling op het niveau van de natuurlijke persoon of rechtspersoon. Als sprake is van een samenstelling van rechtspersonen geldt de omzetdaling op concernniveau. Ook buitenlandse rechtspersonen en vennootschappen met loon in Nederland tellen mee. Heeft een concern als geheel minder dan 20% omzetverlies, dan krijgen de afzonderlijke stilliggende onderdelen van dat concern geen tegemoetkoming.
Begrip omzet
De NOW-regeling verstaat onder omzet de netto-omzet, zoals deze in de jaarrekening van een rechtspersoon (zoals een NV, BV, stichting) of in de winstaangifte voor de inkomstenbelasting wordt berekend. Ook omzet die gewoonlijk met een andere term uit de normale uitvoering van de activiteiten van de werkgever wordt gerealiseerd, valt onder het begrip omzet. Denk aan termen als baten, uitkeringen, subsidies, renteopbrengsten, bijdragen van overheidsinstellingen, giften of declaraties. Ook de correctie onderhanden werk is omzet.
Aanvraag voorschot 80%
De werkgever kan eenmaal per loonheffingennummer een subsidieaanvraag bij het UWV indienen. De aanvraag kan alleen elektronisch en tot en met 31 mei 2020 worden ingediend via de website van het UWV (www.uwv.nl). Voor de aanvraag is geen e-Herkenning of andere vorm van authenticatie en autorisatie nodig. De aanvraag wordt gedaan met het loonheffingennummer.
Bij de aanvraag dient de werkgever gegevens zoals bedrijfsnaam en loonheffingennummer op te geven. Hiernaast dient hij ook de volgende stappen te doorlopen:
• De werkgever vraagt subsidie aan voor de loonsom in maart, april en mei 2020 wegens een terugval in omzet van meer dan 20%.
• Als de werkgever verwacht dat het effect van de crisis of calamiteit pas met vertraging in de omzetcijfers zichtbaar wordt, kan hij aangeven dat hij de meetperiode voor de omzetvergelijking niet op 1 maart, maar op 1 april of 1 mei wil laten aanvangen. De loonsom blijft ook in deze gevallen de loonsom van maart, april en mei 2020.
• De werkgever noteert de verwachte omzet in de drie maanden van de gekozen meetperiode en vergelijkt deze met de totale omzet in 2019, gedeeld door vier, zodat beide cijfers zien op een omzet over drie maanden.
• Op basis daarvan berekent de werkgever het omzetverlies in procenten. Dat percentage wordt op het aanvraagformulier ingevuld.
Sommige werkgevers hebben meerdere loonheffingennummers. Als deze werkgever voor zijn gehele loonsom in aanmerking wil komen voor subsidie, moet de werkgever per loonheffingennummer een aanvraag indienen. De werkgever dient wel de omzetdaling op te geven die hij voor de gehele onderneming verwacht; hij vult dus bij elke aanvraag dezelfde omzetdaling en dezelfde meetperiode in.
Bankrekening
Het bankrekeningnummer dat bij de aanvraag wordt opgegeven moet corresponderen met het in bij de Belastingdienst aan het loonheffingennummer gekoppelde bankrekeningnummer.
Is op het moment van aanvraag aan het loonheffingennummer een buitenlands bankrekeningnummer gekoppeld, dan krijgt de werkgever vier weken de tijd een Nederlandse bankrekening te regelen. De subsidie zal vervolgens betaald worden op dit Nederlandse rekeningnummer.
Uitbetaling voorschot
Voor het UWV geldt een beslistermijn van 13 weken na ontvangst van de volledige aanvraag. Nadat positief op de aanvraag is beslist, zal het UWV een voorschot verlenen van 80% van de berekende NOW-subsidie. De betaling van het voorschot vindt plaats in drie termijnen. In de praktijk wordt ernaar gestreefd de betaling van de eerste termijn van het voorschot te laten plaatsvinden binnen 2 tot 4 weken.
Achteraf formele vaststelling NOW-subsidie
Binnen 24 weken na afloop van de driemaandsperiode waarin de omzetdaling is opgetreden, dient de werkgever een formele vaststelling van de subsidie aan te vragen. Ook dit moet elektronisch via de website van het UWV. De werkgever weet dan de werkelijke omzetdaling en het UWV kan de werkelijke loonsom per maand vaststellen, zodat de definitieve afrekening kan worden opgemaakt.
Werkelijke omzetdaling en accountantsverklaring
De meetperiode van de omzetdaling die de werkgever bij de aanvraag van het voorschot heeft gekozen, kan bij de definitieve afrekening niet meer worden aangepast. In beginsel moet de werkgever bij de werkelijke omzetdaling een accountantsverklaring voegen. Maar er wordt nog een grens bekend gemaakt waaronder een accountantsverklaring achterwege kan blijven en – als een accountantsverklaring wel vereist is – wat voor soort accountantsverklaring dat is. Zo is het mogelijk geen accountantsverklaring te eisen voor bijvoorbeeld kleine subsidiebedragen of voor ondernemingen met een hele kleine loonsom. Dit is mogelijk indien op een andere wijze het omzetverlies voldoende aannemelijk is gemaakt of op andere wijze de controle heeft plaatsgevonden.
Werkelijke loonsom en correcties
Het UWV bepaalt bij de formele vaststelling van de subsidie opnieuw de loonsom per maand, hierbij wordt de methode toegepast zoals bij de aanvraag van het voorschot. Op die loonsom worden de volgende correcties toegepast:
• Uitkeringen die het UWV via de werkgever heeft uitbetaald (werkgeversbetalingen, zoals voor de Wet arbeid en zorg) en die in de loonsom zijn begrepen worden van de loonsom afgetrokken.
• Uitbetaling vakantiebijslag wordt niet meegenomen in de vaststelling van de loonsom, tenzij de werkgever niet reserveert voor vakantiebijslag.
• Als de werkgever niet reserveert voor vakantiebijslag, wordt de loonsom vermenigvuldigd met de factor 0,926 (100/108).
• De maximering op € 9538 per werknemer per maand vindt plaats na toepassing van de voorgaande correcties.
Na toepassing van deze correcties resulteert de gecorrigeerde loonsom per maand.
Als de werkelijke loonsom per maand over de periode 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 lager is dan deze gecorrigeerde loonsom (x 3), wordt de subsidie verlaagd met 90% van dat verschil x 130%. Bij verlies aan werkgelegenheid (blijkend uit het verlies aan loonsom) wordt de subsidie dus lager vastgesteld, bij gelijkblijvend percentage omzetverlies. Is de lagere loonsom veroorzaakt door ontslag wegens bedrijfseconomische redenen, dan geldt zelfs een extra verlaging van de subsidie (zie hierna).
Een hogere loonsom leidt niet tot een hogere vaststelling van de subsidie.
Bij de vaststelling van de werkelijke loonsom neemt het UWV de gegevens uit de uiterlijk op 19 juli ingediende of gecorrigeerde loonaangiften. Voor zover van toepassing gelden weer de correcties, de aftopping op € 9538 en de herleiding naar een maand bij andere aangiftetijdvakken.
Beslistermijn
Binnen 52 weken na ontvangst van de formele subsidieaanvraag zal het UWV de definitieve subsidie vaststellen. Bij de afrekening kan, na verrekening van het voorschot, sprake zijn van een nabetaling of, als bijvoorbeeld het omzetverlies lager is uitgevallen, terugvordering.
Extra verlaging bij ontslag wegens bedrijfseconomische redenen
Als een werkgever na 17 maart 2020 toch ontslag aanvraagt bij het UWV en die ontslagaanvraag niet binnen vijf werkdagen daarna weer intrekt, wordt bij de definitieve vaststelling van de subsidie een extra vermindering doorgevoerd ter grootte van 150% van de loonsom van die ontslagen werknemer (x 3 x 130% x 90%). Niet-naleving van de voorwaarde om geen ontslag wegens bedrijfseconomische redenen aan te vragen heeft dus extra financiële gevolgen voor de definitieve hoogte van de subsidie.
Administratie- en informatieplicht
De werkgever moet een zodanig controleerbare administratie beheren dat achteraf gecontroleerd kan worden of de subsidie terecht is verstrekt. De werkgever moet desgevraagd, tot vijf jaar na vaststelling van de subsidie, inzage verlenen in deze administratie. Ook heeft de werkgever de verplichting onmiddellijk melding te doen als duidelijk is dat hij niet langer aan de vereisten voor de NOW-subsidieverlening voldoet.
Verplichtingen werkgever
Een werkgever die NOW-subsidie toegekend heeft gekregen, moet zich aan de volgende verplichtingen en voorwaarden houden:
• De loonsom zoveel mogelijk gelijk houden.
• Na 17 maart 2020, gedurende het tijdvak van de NOW-subsidieverlening, geen verzoek om toestemming ontslag wegens bedrijfseconomische redenen indienen.
• De NOW-subsidie uitsluitend aanwenden voor de betaling van de loonkosten.
• De ondernemingsraad, personeelsvertegenwoordiging of de werknemers informeren over de subsidieverlening.
• Voldoen aan de administratie- en informatieplicht.
• Op de voorgeschreven wijze loonaangiften doen.
• Opgave van de definitieve omzetdaling, eventueel met accountantsverklaring.
• Als voor een werknemer loonkostensubsidie van de gemeente wordt ontvangen, aan de gemeente melden dat NOW-subsidie is verleend.
Opschorting/terugvordering
Het UWV mag de betaling van het NOW-voorschot opschorten, als sprake is van een ernstig vermoeden dat niet aan de voorwaarden wordt voldaan en kan een reeds verleende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen, als niet aan verplichtingen en voorwaarden is voldaan.
Wtv-regeling
De NOW is de opvolger van de ingetrokken beleidsregel werktijdverkorting (wtv-regeling). Met de NOW kunnen meer en sneller werkgevers financieel tegemoet worden gekomen dan binnen de ingetrokken wtv-regeling. Bovendien is het aanvraagproces door loskoppeling van de WW sterk vereenvoudigd, en worden geen WW-rechten van werknemers opgesoupeerd.
Voor 17 maart 2020, 18.45 uur ingediende wtv-aanvragen worden beschouwd als ingediende aanvragen voor de NOW; wel zal aanvullende informatie opgevraagd worden bij de indieners.
Startdatum uitvoering NOW
Het UWV streeft ernaar om de regeling vanaf 6 april 2020 uit te kunnen voeren. Omdat de definitieve zekerheid over de startdatum van de aanvraagperiode nog ontbreekt, is in de tekst van de regeling zekerheidshalve opgenomen dat de aanvraagperiode voor subsidie loopt van 14 april tot en met 31 mei 2020, of zoveel eerder als mogelijk is.
Mogelijk verlenging na mei 2020
De NOW voorziet in eerste instantie in een subsidieverlening voor de loonkosten van maart, april en mei 2020. De mogelijkheid om de regeling met drie maanden te verlengen wordt echter nadrukkelijk opengehouden. Daarover zal voor 1 juni 2020 besloten worden, zodat een eventuele tweede tranche aansluit op de eerste aanvraagperiode die op 31 mei 2020 eindigt.
Bron: brief kabinet noodpakket economie en banen 17-3-2020, nr. CE-AEP/20077147; Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid, Stcrt. 2020, 19874; brief minister van SZW Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid 31-3-2020, nr. 2020-0000046793; brief minister van SZW Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid 3-4-2020, nr. 2020-0000049112; Ministerie van SZW; UWV; Belastingdienst
Meewegen NOW bij ontslagaanvragen
Het UWV neemt ontslagaanvragen om bedrijfseconomische redenen nog steeds in behandeling, ook tijdens de coronacrisis. Bij dergelijke ontslagaanvragen geldt het reguliere toetsingskader voor ontslag, zoals neergelegd in Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Ontslagregeling.
Dat betekent onder meer dat de werkgever aannemelijk moet maken dat het ontslag noodzakelijk is door het wegens bedrijfseconomische omstandigheden treffen van maatregelen voor een doelmatige bedrijfsvoering en dat er geen voor de hand liggende andere oplossingen zijn.
Maar het UWV zal bij de uitoefening van haar ontslagtaak de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) wel meewegen. Dit sluit aan bij de doelstelling van de NOW (en andere noodmaatregelen) dat ontslag zoveel mogelijk voorkomen moet worden.
Ontslagaanvragen na 1 april 2020
Voor ontslagaanvragen die zijn ingediend na 1 april 2020 geldt dat de werkgever aannemelijk zal moeten maken dat de NOW-subsidie in zijn geval geen voor de hand liggende andere oplossing is. Er moet, zoals altijd geldt, wel ruimte zijn voor de werkgever om dergelijke beslissingen te kunnen nemen. Bij de toetsing van die beslissing betracht het UWV dus terughoudendheid (de zogenoemde marginale toets).
Ontslagaanvragen voor 2 april 2020
Het UWV zal bij de toetsing van ontslagaanvragen die ingediend zijn voor 2 april 2020 geen rekening houden met de NOW. Pas vanaf 2 april 2020 bestond volledige duidelijkheid over de invulling van de voorwaarden die aan de NOW zouden worden verbonden.
De ontslagaanvragen die vanaf 18 maart 2020 tot en met 1 april 2020 zijn ingediend en niet of niet tijdig zijn ingetrokken hebben gevolgen voor de hoogte van de NOW-subsidie.
Bron: brief minister van SZW Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid 3-4-2020, nr. 2020-0000049112; toelichting bij de Regeling tot wijziging van de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid 3-4-2020.